Kolossenzen 1


Nieuwe Bijbel Vertaling 2004

© Nederlands Bijbelgenootschap


1Van Paulus, door Gods wil apostel van Christus Jezus, en van onze broeder Timoteüs. 2Aan de heiligen in Kolosse, gelovige broeders en zusters die één zijn in Christus. Genade zij u en vrede van God, onze Vader.
3In al onze gebeden danken wij God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, voor u, 4want we hebben gehoord dat u in Christus Jezus gelooft en alle heiligen liefhebt, 5omdat u hoopt op wat in de hemel voor u gereedligt. Daarover hebt u gehoord toen aan u de waarheid verkondigd werd en het evangelie 6u bereikte. Overal in de wereld draagt het vrucht en groeit het, ook bij u, vanaf de dag dat u over Gods genade hoorde en de ware betekenis ervan begreep. 7Onze geliefde medewerker Epafras, die zich als trouw dienaar van Christus voor u inzet, heeft u daarin onderwezen. 8En hij heeft ons verteld over de liefde die de Geest in u opwekt.
9Daarom bidden wij onophoudelijk voor u, vanaf de dag dat we dat gehoord hebben. We vragen dat u Gods wil ten volle mag leren kennen door de wijsheid en het inzicht die zijn Geest u schenkt. 10Dan zult u leven zoals het past tegenover de Heer, hem volkomen welgevallig. U zult vrucht dragen door al het goede dat u doet, uw kennis van God zal groeien 11en u zult door zijn luisterrijke macht de kracht ontvangen om alles vol te houden en alles te verdragen.
12Breng dus met vreugde dank aan de Vader. Hij stelt u in staat om te delen in de erfenis die alle heiligen wacht in het licht. 13Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon, 14die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden.
15Beeld van God, de onzichtbare, is hij, eerstgeborene van heel de schepping: 16in hem is alles geschapen, alles in de hemel en alles op aarde, het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door hem en voor hem geschapen. 17Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in hem. 18Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk. Oorsprong is hij, eerstgeborene van de doden, om in alles de eerste te zijn: 19in hem heeft heel de volheid willen wonen 20en door hem en voor hem alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel, door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis.
21Eerst was u van hem vervreemd en was u hem in al het kwaad dat u deed vijandig gezind, 22maar nu heeft hij u door de dood van zijn aardse lichaam met zich verzoend om u heilig, zuiver en onberispelijk bij zich te brengen. 23Maar dan moet u blijven geloven, onwrikbaar gegrondvest zijn in de hoop die het evangelie brengt, het evangelie dat u gehoord hebt en dat aan alle schepselen onder de hemel verkondigd is, en waarvan ik, Paulus, de dienaar ben geworden.
24Ik ben blij dat ik nu voor u lijd en dat ik in mijn lichaam mag aanvullen wat er nog aan Christus' lijden ontbreekt, ten behoeve van zijn lichaam, de kerk, 25waarvan ik de dienaar ben. Met het oog op u heeft God mij die dienende taak toevertrouwd, opdat zijn boodschap in al haar volheid verkondigd wordt: 26het mysterie dat in alle eeuwen en voor alle generaties verborgen is geweest, maar nu aan zijn heiligen onthuld is. ALT
Andere vertaling:
Groot Nieuws Bijbel: 25Ik ben in haar dienst gesteld op grond van de taak die ik van God gekregen heb om u zijn boodschap volledig mee te delen.
26Deze boodschap betreft het geheim dat door alle eeuwen heen voor alle generaties verborgen is gebleven, maar dat nu geopenbaard is aan wie God toebehoren.

Authorised Version (King James Version): 25Whereof I am made a minister, according to the dispensation of God which is given to me for you, to fulfil the word of God; 26Even the mystery which hath been hid from ages and from generations, but now is made manifest to his saints

27Aan hen heeft God bekend willen maken hoe glorierijk dit mysterie is voor alle volken: Christus is in u, hij is uw hoop op goddelijke luister. 28Hem verkondigen wij wanneer we iedereen waarschuwen en in alle wijsheid onderrichten, om iedereen tot volmaaktheid in Christus te brengen. 29Daarvoor span ik mij in en strijd ik met zijn kracht, die volop in mij werkzaam is.


naar boven