Het boek Daniël

Gebed in het boek Daniël

Vers Tekst
2:18 (Daniël) vroeg hun de God van de hemel te smeken zich barmhartig te tonen en het mysterie te onthullen, zodat hij en zijn vrienden niet met de rest van de wijzen van Babylonië ter dood zouden worden gebracht.
6:11 Toen Daniël hoorde van het besluit dat op schrift gesteld was, ging hij naar zijn huis. In zijn bovenvertrek had hij in de richting van Jeruzalem open vensters. Daar knielde hij neer, bad tot zijn God en prees hem, precies zoals driemaal per dag zijn gewoonte was.
9:3 Ik wendde mij tot God, de Heer, en gaf me over aan gebed en smeekbeden, al vastend en rouwend.
9:20,21 Terwijl ik nog sprak en bad, mijn zonde en de zonde van mijn volk Israël beleed, en mijn smeekbede omwille van de heilige berg van mijn God richtte tot de HEER, mijn God, terwijl ik mijn gebed nog uitsprak ...
10:2 In die dagen was ik, Daniël, drie volle weken in de rouw.
10:12 Toen zei hij: "Wees niet bang, Daniël, want vanaf de eerste dag dat je inzicht probeerde te verkrijgen door in deemoed te buigen voor je God, is je gebed verhoord, en daarom ben ik gekomen".