Genade strenger dan de wet?
In de Bergrede lijkt het wel of Jezus de wet van Mozes enorm verzwaart:
Het gebod was: gij zult niet echtbreken, maar Ik zeg: wie een vrouw aanziet en haar
begeert, heeft in zijn hart al echtbreuk met haar gepleegd
(
Matteüs 5:27,28).
Stelt Hij de gedachte aan een zonde nu gelijk met het begaan van een zonde? Dan zou
zo iemand dus gestenigd moeten worden. Maar is dat echt wat Jezus bedoelt?
Een zonde die niet begaan is, wordt ook niet bestraft. De zonde ligt als een rover
op de loer en we moeten waakzaam zijn om ons niet te laten overweldigen
(
Genesis 4:7).
Als we de zonde niet begaan, zijn we niet schuldig.
M.i. moeten we deze uitspraken van Jezus zien in het licht van de conclusie van de
bergrede: willen we op grond van werken tot God naderen, dan moeten we volmaakt zijn,
gelijk onze hemelse Vader volmaakt is (
Matteüs 5:48).
Het feit, dat wij erover kunnen denken een zonde te begaan, geeft echter aan, dat we
onvolmaakt zijn, dat we zondaren zijn, ook al brengen we de zonde uiteindelijk niet
in de praktijk.
Jezus verzwaart het gebod niet, maar laat zien hoe we de wet zouden moeten interpreteren.
Wet doet zonde kennen, zou Paulus later zeggen (
Romeinen 3:20).
Jezus verzwaart niet het gebod van God, maar hekelt het judaïstische optimisme, dat
we uiteindelijk onszelf wel kunnen verlossen: "Ik dank U dat ik niet zo ben als de tollenaar ....".