Allah zou de maangod zijn, die door Mohammeds stam werd aangebeden. De naam van de
maangod is echter Hubal en hangt waarschijnlijk samen met de naam van een
afgod die ook in de Bijbelse tijd in het Midden-Oosten bekend was als Baäl.
Deze Hubal werd wel als Allah aangeduid, omdat hij gezien werd als de hoogste
God. Allah is dan ook geen naam, maar eerder een titel (zie ook noot 3).