De verlosser gevonden!
studies in bijbelboeken
Het boek Ruth
Ruth 2 – God voorziet als we zoeken

God leidt als wij actief zijn
Hoe verschillend kunnen mensen reageren op de omstandigheden van het leven! Naomi en Ruth hadden beiden een groot verlies geleden. Naomi was, gekweld door het enorme verlies, bitter geworden. Haar leven werd geregeerd door bitterheid naar God toe en door zelfmedelijden. Maar Ruth had, gekweld door het verlies, gekozen voor Naomi, voor Naomi's volk en voor de God van Israël.

Natuurlijk bracht het leven in deze omstandigheden problemen met zich mee. Ruth's reactie op de dagelijkse problemen (hoe te voorzien in het levensonderhoud) werd gekenmerkt door actie: "Laat mij naar het veld gaan". Ze vroeg zich niet alleen maar af: "Wat zou God nu willen? Hoe zal God helpen?"
Ze was praktisch ingesteld, maar 'toevallig' komt haar idee overeen met de voorzieningen die God in de wet getroffen had (Leviticus 19:9,10); Leviticus 23:22). En ook 'toevallig' komt ze op het veld van Boaz terecht, die later zal blijken de losser te zijn. Ze komt niet bij een ander of bij een andere, minder goedgunstige losser terecht, maar juist bij Boaz. We kunnen niet pas van Gods leiding in ons leven spreken, als Hij ons tevoren zijn wil en weg bekend maakt. Hij leidt ons ook op een verborgen manier, waarbij wij ons niet eens bewust zijn, dat Hij onze gedachten leidt.

Naomi's reactie op Ruth's initiatief is erg vlak: "Da's goed, hoor" (vers 2). Interesseert het haar allemaal nog wel? Naomi kent Gods wet; ze had zelf op het idee kunnen komen of op z'n minst kunnen zeggen: "Hé ja, dat is goed. Dat is precies wat God gezegd heeft". Naomi is hier duidelijk: Mara (=bitterheid).

Gods verlosser
Boaz is een familielid van Elimelech en blijkt één van de twee lossers van de familie te zijn. De losser was een instelling in de wet (Leviticus 25:25). Als een familie verarmde en alles kwijt raakte, had een naaste bloedverwant het recht om land en huizen van de nieuwe eigenaars terug te kopen voor de oude prijs. Hij bezat ze dan niet zelf, maar stond ze af aan de oorspronkelijke eigenaar. Boaz had dus recht om de bezittingen van Elimelch, die in andere handen overgegaan waren, terug te kopen om ze aan de nakomelingen van Elimelech te schenken.

Goed beschouwd is deze Losser een oudtestamentische illustratie van de Messias, de Verlosser. Hij moest mens (bloedverwant) worden om het verloren gegane bezit terug te kopen: het land (de aarde, waarover de mens als koning was aangesteld, maar waarover nu satan als overste heerst) en het huis (het huis van God, de gemeenschap met God; wij zijn nu huisgenoten Gods, met het Vaderhuis in het vooruitzicht!)

Laten we zo eens naar Boaz kijken, als een voorbeeld van Jezus:
  • Hij is een bloedverwant van Elimelech (vers 1)
    De Zoon van God is door zijn menswording onze bloedverwant geworden.
  • Boaz is zeer vermogend (vers 1)
    Van de Zoon van God wordt gezegd, dat Hij met heerlijkheid bij de Vader bekleed was, eer de wereld geschapen was (Johannes 17:5). Bovendien wordt gezegd, dat Hij na het volbrengen van zijn verlossingswerk een naam boven alle naam ontvangen heeft (Filippenzen 2:10)
  • Hij brengt God bij de mensen (vers 4)
    De Zoon van God zegt: "Ik heb Uw naam geopenbaard aan de mensen (Johannes 17:6).
  • Hij zorgt voor Ruth (vers 8,9,15,16)
    De Zoon van God geeft ons geestelijk voedsel, het Woord van God, en levend water, de Heilige Geest. Hij geeft leven en overvloed (Johannes 10:10). Hij biedt bescherming (Johannes 17:12-15).


Veilig bij God
Er is een keer gekomen in het leven van Ruth. Want ze is komen schuilen onder Gods vleugels. Nu weten we niet hoe God er uit ziet, maar deze beeldspraak komt wellicht uit de tabernakel. Gods troon was eigenlijk het verzoendeksel op de Ark des Verbonds. Dit werd overschaduwd door de vleugels van de cherubs (1 Kronieken 13:6). Wie daar was, was veilig. Op die plaats was het bloed besprenkeld dat verzoening deed, ook voor de zonden die onbewust gedaan waren (Hebreeën 9:3-7).
Als je kiest voor de God van Israël, bevind je je eigenlijk op die plaats; dan ben je voor altijd veilig.

Er is ook een keer gekomen in het leven van Naomi. Wanneer ze hoort van het 'toeval' bij Ruth's belevenissen, ontwaakt ze uit haar lethargie: God is toch nog goed voor ons (vers 20)!

De gersteoogst en de tarweoogst
Ruth blijft werken tot de gersteoogst en tarweoogst gedaan zijn. Daar moet je eens over nadenken. Dat betekent, dat deze gebeurtenissen zich afspelen tussen twee grote Joodse feesten. Want aan het begin van de gersteoogst wordt het Paasfeest gevierd. Daarbij gaat het om drie feesten: het "Pascha", het "Feest van de ongezuurde broden" en het "Feest der Eerstelingen".
Deze hebben hun nieuwtestamentische tegenhanger in Goede Vrijdag en Pasen. Pascha en Goede Vrijdag spreken van het oordeel dat voorbijgaat, omdat het bloed van een lam verzoening brengt. De beide andere feesten, die de nieuwe oogst inluiden, vinden hun vervulling in Pasen, de opstanding van Christus, die een onvergankelijk leven aan het licht bracht door als de Eersteling uit de dood op te staan.
Aan het begin van de tarweoogst werd het "Wekenfeest" gevierd, 50 dagen na Pasen (Exodus 34:22). ( . In het Nieuwe Testament kennen we het als Pinksteren, de dag waarop de Heilige Geest werd uitgestort, waardoor zij die in Christus geloven, voor God vrucht kunnen dragen (Johannes 12:24).