Het is duidelijk, dat er in de tijd van het Nieuwe Testament veel mensen genezen werden van
allerlei kwalen door handoplegging of het woord van de Heer Jezus. Ook het optreden van de
apostelen ging gepaard met wonderen, tekenen en krachten.
Soms wordt met een beroep op Hebreeën 13:8 (1)
gezegd, dat christenen niet ziek hoeven te zijn. Als ze ziek worden zouden ze op gebed
direct beter moeten worden.
Een andere keer wordt heel simplistisch gezegd, dat ziekte niet van God komt, dus van satan
is. En omdat hij is overwonnen, is er voor de christen verlossing van alle kwalen. De
verlosssing op grond van het volbrachte werk van Jezus is ons deel. En de lichamelijke
genezing is daarbij inbegrepen. Zegt men.
Niet allen genezen
De bediening van Jezus
Maar opgemerkt moet ook worden, dat zelfs tijdens het leven van de Heer Jezus niet
allen genezen werden: in het 'ziekenhuis' Bethesda werd slechts één man genezen
(2).
De wonderen van de Heer Jezus waren uniek in de (heils)geschiedenis. Ze worden dan
ook genoemd door Jesaja als de tekenen van de Messias
(3):
daaraan zou Hij te herkennen zijn. Om die reden noemt de Heer Jezus de aangehaalde
teksten ook als bewijs voor Johannes de Doper op diens vraag of Jezus de Messias is of niet.
De bediening van de apostelen
Ook tijdens het leven van de apostelen werd niet iedereen genezen: Paulus zelf moest
leren met ziekte te leven onder het motto: mijn genade is u genoeg
(4).
Hij laat een medewerker ziet in Milete achter
(5).
De genezing van Epafroditus, een andere medewerker, ervaart hij niet als een vanzelfsprekende
zaak, maar als een bijzondere gunst van de Heer
(6).
De wonderen die door de handen der apostelen geschieden, hadden eveneens een specifieke
bedoeling. Ze worden aangeduid als de tekenen van een apostel
(7).
Ze dienden om de woorden van de oog- en oorgetuigen van de Heer Jezus, die een boodschap
brachten waarin veel nieuwe elementen (geheimenissen) voorkwamen, te bekrachtigen
en de goddelijke oorsprong van hun boodschap aan te tonen
(8).
Toekomstperspectief
Maar nergens in de Bijbel wordt de suggestie gewekt dat in deze tijd alle gelovigen genezen
worden. Nee, ons wordt juist tot troost voorgehouden, dat de Heer bij zijn terugkeer
alles nieuw zal maken: Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet
meer zijn noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn
(9).
Tot zolang moeten we accepteren, dat de gevolgen van de zondeval op de aarde heersen.
Het evangelie openbaart Gods kracht
Gods kracht wordt bekend gemaakt in het evangelie
(10).
De boodschap van het evangelie dat verkondigd moet worden, is niet: Jezus geneest, maar:
Jezus vergeeft. De kracht van het evangelie schuilt daarin, dat Gods liefde een
oplossing heeft gevonden voor alle, ook de grootste zonden!
Geen rookgordijnen
Dat de Heer (soms) ook genezing schenkt, is iets wat we wel zullen ontdekken, maar
waarmee geen mensen gelokt mogen worden. Daardoor wordt dikwijls het zicht op het
belangrijkste in de prediking ontnomen.
En bovendien raken veel mensen teleurgesteld, omdat hun dingen voorgespiegeld worden,
die geen werkelijkheid worden.
Soms wordt wel de gedachte geopperd, dat veel meer mensen tot geloof zullen komen,
als ze zien dat gelovigen voorspoed hebben en genezen worden. Maar is dat werkelijk
zo? Als dat zo zou zijn, zouden er meer mensen de Heer Jezus gevolgd zijn tijdens
zijn leven. Maar er waren er maar een handjevol, die Hem geloofden. Wonderen lijken
dus niet zo'n goed middel te zijn om geloof te bewerken.
Bovendien moeten we nadenken over de consequenties van een dergelijke leer. Want
hoe zit het dan met die diepgelovige man of vrouw die vecht tegen een ongeneeslijke ziekte?
En met de enthousiaste christenen uit Afrika die nauwelijks genoeg te eten hebben voor
hun gezin? Geloven ze niet goed genoeg?
Maar wie zegt dat gelovigen altijd voorspoed hebben en gezondheid mogen claimen, neemt
ook deze pijnlijke consequenties van zijn theologie voor z'n rekening.
Gods barmhartigheid is gisteren en heden dezelfde
De woorden uit Hebreeën 13:8,
"Jezus Christus is gisteren en
heden dezelfde en tot in eeuwigheid"
zeggen niet, dat elke gelovige
aanspraak mag maken op gezondheid. Ze slaan op het mededogen van de Heer en de zorgen
die Hij besteedt aan de zijnen, met wie Hij ook door het donkerste dal wil gaan.